Wi-Fi-roaming tussen individuele access points, en ook tussen complete Wi-Fi-netwerken of locaties, werkt op basis van het RADIUS protocol. Alle ‘enterprise’-netwerken maken daar gebruik van, want het is integraal onderdeel van de WPA2-Enterprise standaard. Dat protocol bestaat uit berichten waarmee de login van een eindgebruiker wordt doorgeleid naar de plek waar de login gecontroleerd wordt.

Dit protocol leunt op zijn beurt weer op het UDP-protocol, de basispakketjes voor verkeer dat snel afgewikkeld moet worden op het (inter)net. Niet alle RADIUS berichten passen in één UDP-pakket. Met name wanneer certificaten gebruikt worden voor authenticatie (EAP-TLS), of wanneer meer of langere attributen meegestuurd worden. Het RADIUS bericht wordt dan in UDP-fragmenten gehakt. Dat is een generiek mechanisme dat ‘UDP-fragmentatie’ heet.

En wat blijkt? Het tweede fragment wordt in sommige netwerken weggegooid. Het resultaat? Het RADIUS bericht raakt hierdoor verminkt en wordt verworpen. Een mislukte login en een gefrustreerde gebruiker. Gevallen waarin de UDP-fragmentatie niet goed gaat: